De woningprijzen in Vlaanderen blijven stijgen. Dat maakt het voor jonge kopers steeds moeilijker om zich een eigen woning aan te schaffen. Om die problematiek tegen te gaan voerde de regering op 1 januari 2022 een verlaging van de registratiebelasting door. Zo betaal je bij de aankoop van een enige eigen woning voortaan slechts 3% registratiebelasting, tegenover 6% op de grondwaarde voor akten die verleden werden in 2021, en 7% voor akten verleden voor 1 januari 2020. Een positieve evolutie, maar wat betekent dit nu, en wat met de meeneembaarheid?
De eerste en belangrijkste voorwaarde om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief, is dat het gaat om een enige eigen woning. Dat betekent: je mag geen andere woning of bouwgrond mag bezitten. Ook de term ‘woning’ is essentieel: bouwgrond is immers uitgesloten van dit tarief. Enkel onroerend goed dat meteen, of na wat onderhouds- of herstellingswerken kan dienen om een persoon of gezin in te huisvesten, komt in aanmerking.
Om de woningmarkt beter te ontsluiten voor jonge kopers, en tegelijk de drempel voor investeerders met al een andere eigendom in de portefeuille te verhogen, zijn er twee kanten aan de nieuwe registratierechten. Immers, naast de verlaagde tarieven voor een enige eigen woning, werden de registratierechten bij de aankoop van een tweede, derde, vierde,... eigendom verhoogd van 10% naar 12% registratierechten op de grondwaarde.
Heb je in het verleden - voor een eerder aangekochte woning - al registratierechten betaald, dan kan je die met een maximum van 13.000 euro bij de aankoop van een nieuwe woning in mindering brengen van de nieuwe registratierechten die je moet neertellen bij de aankoop van je nieuwe woning. Je hoeft met andere woorden niet de volle pot te betalen. Dit principe wordt de meeneembaarheid van de verkooprechten genoemd.
Belangrijk: dit systeem van meeneembaarheid dooft geleidelijk aan uit, om volledig te worden afgeschaft met ingang van 1 januari 2024. Om toch nog eerder betaalde registratierechten in mindering te kunnen brengen, moet de authentieke aankoop van de eerste aankoop zijn gebeurd voor 01/01/2022, en deze van de nieuwe woning plaatsvinden uiterlijk 31/12/2023. Een beperkte tijdspanne dus, om de instroom in meeneembaarheid te beperken.
Hoe nieuwe registratierechten combineren met meeneembaarheid?
Goed om weten: wie al genoot van de huidige verlaagde registratierechten van 3% (of 1% bij een ingrijpende energetische renovatie), kan geen aanspraak maken op de meeneembaarheid. Wil je dat toch doen, dan zou je er tijdens de overgangsperiode (01/01/2022 - 31/12/2023) voor kunnen opteren om het oude tarief voor aktes verleden in 2021 van 6% (of 5%, het verlaagd tarief bij een energetische renovatie) te laten toepassen. Anders gezegd:
Kies je voor de nieuwe tarieven (3% en 1%), dan kan je de registratierechten van je eerdere woning niet in mindering brengen.
Pas je de oude tarieven (6% en 5%) toe, dan kan je wel nog genieten van de meeneembaarheid.
Ook het nieuwe algemeen tarief van 12% kan je nog tot het einde van de overgangsperiode combineren met de meeneembaarheid.
Meer weten? We helpen je graag verder!
De woningprijzen in Vlaanderen blijven stijgen. Dat maakt het voor jonge kopers steeds moeilijker om zich een eigen woning aan te schaffen. Om die problematiek tegen te gaan voerde de regering op 1 januari 2022 een verlaging van de registratiebelasting door. Zo betaal je bij de aankoop van een enige eigen woning voortaan slechts 3% registratiebelasting, tegenover 6% op de grondwaarde voor akten die verleden werden in 2021, en 7% voor akten verleden voor 1 januari 2020. Een positieve evolutie, maar wat betekent dit nu, en wat met de meeneembaarheid?
De eerste en belangrijkste voorwaarde om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief, is dat het gaat om een enige eigen woning. Dat betekent: je mag geen andere woning of bouwgrond mag bezitten. Ook de term ‘woning’ is essentieel: bouwgrond is immers uitgesloten van dit tarief. Enkel onroerend goed dat meteen, of na wat onderhouds- of herstellingswerken kan dienen om een persoon of gezin in te huisvesten, komt in aanmerking.
Om de woningmarkt beter te ontsluiten voor jonge kopers, en tegelijk de drempel voor investeerders met al een andere eigendom in de portefeuille te verhogen, zijn er twee kanten aan de nieuwe registratierechten. Immers, naast de verlaagde tarieven voor een enige eigen woning, werden de registratierechten bij de aankoop van een tweede, derde, vierde,... eigendom verhoogd van 10% naar 12% registratierechten op de grondwaarde.
Heb je in het verleden - voor een eerder aangekochte woning - al registratierechten betaald, dan kan je die met een maximum van 13.000 euro bij de aankoop van een nieuwe woning in mindering brengen van de nieuwe registratierechten die je moet neertellen bij de aankoop van je nieuwe woning. Je hoeft met andere woorden niet de volle pot te betalen. Dit principe wordt de meeneembaarheid van de verkooprechten genoemd.
Belangrijk: dit systeem van meeneembaarheid dooft geleidelijk aan uit, om volledig te worden afgeschaft met ingang van 1 januari 2024. Om toch nog eerder betaalde registratierechten in mindering te kunnen brengen, moet de authentieke aankoop van de eerste aankoop zijn gebeurd voor 01/01/2022, en deze van de nieuwe woning plaatsvinden uiterlijk 31/12/2023. Een beperkte tijdspanne dus, om de instroom in meeneembaarheid te beperken.
Hoe nieuwe registratierechten combineren met meeneembaarheid?
Goed om weten: wie al genoot van de huidige verlaagde registratierechten van 3% (of 1% bij een ingrijpende energetische renovatie), kan geen aanspraak maken op de meeneembaarheid. Wil je dat toch doen, dan zou je er tijdens de overgangsperiode (01/01/2022 - 31/12/2023) voor kunnen opteren om het oude tarief voor aktes verleden in 2021 van 6% (of 5%, het verlaagd tarief bij een energetische renovatie) te laten toepassen. Anders gezegd:
Kies je voor de nieuwe tarieven (3% en 1%), dan kan je de registratierechten van je eerdere woning niet in mindering brengen.
Pas je de oude tarieven (6% en 5%) toe, dan kan je wel nog genieten van de meeneembaarheid.
Ook het nieuwe algemeen tarief van 12% kan je nog tot het einde van de overgangsperiode combineren met de meeneembaarheid.
Meer weten? We helpen je graag verder!