In maart 2024 bestaat het mobiliteitsbudget 5 jaar. Onder meer door de pandemie bleef de impact echter lang beperkt, tot nu. Onder meer door de bekrachtiging van een nieuw koninklijk besluit om de berekeningsmethode te vereenvoudigen, begint dit alternatief voor de bedrijfswagen nu pas aan populariteit in te winnen, onder meer als optie om je huur of lening af te betalen.
Omvang van het mobiliteitsbudget
Hoewel bedrijfswagens in België dé katalysator vormen voor de elektrificatie van het wagenpark, wordt de nood steeds vaker in vraag gesteld. Om die reden werd in 2019 het mobiliteitsbudget ingevoerd: een fiscaal voordeel als alternatief voor de bedrijfswagen. De omvang van dit budget situeert zich tussen 3.000 euro en een bovengrens van 1/5de van het bruto jaarloon (met een absoluut maximum van 16.000 euro per jaar). Sinds begin dit jaar is dit budget ook onderhevig aan indexering. Werkgevers moeten op hun beurt jaarlijks in januari evalueren of het mobiliteitsbudget nog steeds binnen de geïndexeerde grenzen valt, of er wijzigingen zijn (in functie of door promotie) van de werknemer in kwestie.
Vaak gebruikt voor huisvestingskosten
Zij die hun bedrijfswagen inruilden voor het mobiliteitsbudget - vaak werknemers van 25 à 35 jaar werkzaam in een grotere firma - besteedden dit steeds vaker aan kosten eigen aan huisvesting. Naast de aanschaf van bv. een elektrische wagen, een fiets, een trein-, bus- of deelabonnement kan dit mobiliteitsbudget immers ook worden aangewend voor de afbetaling van de hypothecaire lening of voor de huur van een woning, op voorwaarde
En van die mogelijkheid maakten in 2021 al 45% van de werknemers gebruik van, een jaartje later al 52% en vorig jaar maar liefst 77%.
Conclusie in relatie tot vastgoed
Wie vóór 1 januari 2020 een hypothecaire lening afsloot, deed in principe een mooie zaak in drievoud. Zo kwam je nog in aanmerking voor de Vlaamse woonbonus, was er nog geen sprake van fors gestegen rentes, terwijl de inflatie die volgde voor leningen met een vaste rente eigenlijk enkel maar voordelig was voor je maandelijkse kost. Immers, de verloning werd geïndexeerd, waardoor je maandelijkse vaste kost bij iedere indexering in verhouding een stukje lager uitviel.
Voor wie momenteel de woningmarkt verkent, en een relatief lage eigen inbreng op tafel kan leggen, kan het mobiliteitsbudget - mits men voldoet aan de voorwaarden ervan - zeker soelaas bieden. Een gesprek met de werkgever kan zonder twijfel duidelijkheid brengen, waarna je je zoektocht op de vastgoedmarkt met opgefriste moed kan voortzetten. Succes!
In maart 2024 bestaat het mobiliteitsbudget 5 jaar. Onder meer door de pandemie bleef de impact echter lang beperkt, tot nu. Onder meer door de bekrachtiging van een nieuw koninklijk besluit om de berekeningsmethode te vereenvoudigen, begint dit alternatief voor de bedrijfswagen nu pas aan populariteit in te winnen, onder meer als optie om je huur of lening af te betalen.
Omvang van het mobiliteitsbudget
Hoewel bedrijfswagens in België dé katalysator vormen voor de elektrificatie van het wagenpark, wordt de nood steeds vaker in vraag gesteld. Om die reden werd in 2019 het mobiliteitsbudget ingevoerd: een fiscaal voordeel als alternatief voor de bedrijfswagen. De omvang van dit budget situeert zich tussen 3.000 euro en een bovengrens van 1/5de van het bruto jaarloon (met een absoluut maximum van 16.000 euro per jaar). Sinds begin dit jaar is dit budget ook onderhevig aan indexering. Werkgevers moeten op hun beurt jaarlijks in januari evalueren of het mobiliteitsbudget nog steeds binnen de geïndexeerde grenzen valt, of er wijzigingen zijn (in functie of door promotie) van de werknemer in kwestie.
Vaak gebruikt voor huisvestingskosten
Zij die hun bedrijfswagen inruilden voor het mobiliteitsbudget - vaak werknemers van 25 à 35 jaar werkzaam in een grotere firma - besteedden dit steeds vaker aan kosten eigen aan huisvesting. Naast de aanschaf van bv. een elektrische wagen, een fiets, een trein-, bus- of deelabonnement kan dit mobiliteitsbudget immers ook worden aangewend voor de afbetaling van de hypothecaire lening of voor de huur van een woning, op voorwaarde
En van die mogelijkheid maakten in 2021 al 45% van de werknemers gebruik van, een jaartje later al 52% en vorig jaar maar liefst 77%.
Conclusie in relatie tot vastgoed
Wie vóór 1 januari 2020 een hypothecaire lening afsloot, deed in principe een mooie zaak in drievoud. Zo kwam je nog in aanmerking voor de Vlaamse woonbonus, was er nog geen sprake van fors gestegen rentes, terwijl de inflatie die volgde voor leningen met een vaste rente eigenlijk enkel maar voordelig was voor je maandelijkse kost. Immers, de verloning werd geïndexeerd, waardoor je maandelijkse vaste kost bij iedere indexering in verhouding een stukje lager uitviel.
Voor wie momenteel de woningmarkt verkent, en een relatief lage eigen inbreng op tafel kan leggen, kan het mobiliteitsbudget - mits men voldoet aan de voorwaarden ervan - zeker soelaas bieden. Een gesprek met de werkgever kan zonder twijfel duidelijkheid brengen, waarna je je zoektocht op de vastgoedmarkt met opgefriste moed kan voortzetten. Succes!