Als vastgoedinvesteerder reken je op een zeker rendement van je investering. Bij de verhuur ervan zijn er dan twee opties: of je gaat de private huurmarkt op, of je kiest voor een sociaal verhuurkantoor. Elk hebben ze hun voordelen, maar ook de gunstige BTW-regeling heeft z’n rol te vervullen wanneer je een keuze maakt voor de ene, dan wel de andere mogelijkheid.
Leegstand en verkrotting tegengaan via gunstregeling
Sinds begin 2021 geldt de regel dat, wie een woning afbreekt om er nieuwbouw op neer te poten, kan profiteren van 6% BTW in plaats van de klassieke 21%. Om van dit voordeel te kunnen genieten, zijn er 3 voorwaarden:
● Het moet je hoofdverblijfplaats zijn.
● Het moet je enige woning zijn.
● De oppervlakte mag niet méér bedragen dan 200 m2.
Deze regeling bleek niet enkel een goede zet om oudere, weinig energetisch-efficiënte of zelfs ronduit verloederde woningen in te ruilen voor future-proof alternatieven, ze maakt ook het verschil voor investeerders, om te kiezen voor de private dan wel de sociale verhuurmarkt, zo blijkt.
Want hoewel deze laatste heel wat voordelen heeft - de bescherming tegen wanbetalers, geen risico op leegstand, geen papierwerk én de garantie dat de woning op het einde van de huurovereenkomst in z’n oorspronkelijke staat wordt teruggegeven - helt de keuze voor de meeste investeerders uit naar de private huurmarkt. Naar de redenen hierachter is het niet lang zoeken: wie de private huurmarkt betreedt, kan tot 20% hogere huurgelden innen. Maar de BTW-regeling lijkt hier toch een mentaliteitswijziging in te veroorzaken.
Voordeeltarief blijft behouden voor verhuurders via de sociale verhuurmarkt
De condities die gesteld worden aan kopers om te kunnen genieten van de gunstregeling, komt voor investeerders - privé-personen of vennootschappen - die besluiten te kiezen voor een sociaal verhuurkantoor, immers te vervallen. De enige voorwaarde is dat je een verbintenis aangaat om gedurende 15 jaar te verhuren via een sociaal verhuurkantoor. En hoewel de huurgelden op de privémarkt hoger liggen, zijn er heel wat voordelen om een engagement aan te gaan met een sociaal verhuurkantoor:
Direct vs. indirect rendement
Dat de huurinkomsten op de sociale verhuurmarkt 20% lager liggen dan op de private markt, impliceert niét dat ook het rendement van je investering een vijfde lager ligt. Want in die 20% worden het onderhoud en de kosten gedurende 15 jaar buiten beschouwing gelaten, laat staan periodes van leegstand. En uiteraard moeten ook het verlaagd BTW-tarief en de reductie in onroerende voorheffing in rekening worden gebracht, om de balans op te maken. Ons advies: de verhuur van een aangekocht pand via een sociaal verhuurkantoor, is zonder twijfel de overweging waard.
Ontdek onze projecten
Als vastgoedinvesteerder reken je op een zeker rendement van je investering. Bij de verhuur ervan zijn er dan twee opties: of je gaat de private huurmarkt op, of je kiest voor een sociaal verhuurkantoor. Elk hebben ze hun voordelen, maar ook de gunstige BTW-regeling heeft z’n rol te vervullen wanneer je een keuze maakt voor de ene, dan wel de andere mogelijkheid.
Leegstand en verkrotting tegengaan via gunstregeling
Sinds begin 2021 geldt de regel dat, wie een woning afbreekt om er nieuwbouw op neer te poten, kan profiteren van 6% BTW in plaats van de klassieke 21%. Om van dit voordeel te kunnen genieten, zijn er 3 voorwaarden:
● Het moet je hoofdverblijfplaats zijn.
● Het moet je enige woning zijn.
● De oppervlakte mag niet méér bedragen dan 200 m2.
Deze regeling bleek niet enkel een goede zet om oudere, weinig energetisch-efficiënte of zelfs ronduit verloederde woningen in te ruilen voor future-proof alternatieven, ze maakt ook het verschil voor investeerders, om te kiezen voor de private dan wel de sociale verhuurmarkt, zo blijkt.
Want hoewel deze laatste heel wat voordelen heeft - de bescherming tegen wanbetalers, geen risico op leegstand, geen papierwerk én de garantie dat de woning op het einde van de huurovereenkomst in z’n oorspronkelijke staat wordt teruggegeven - helt de keuze voor de meeste investeerders uit naar de private huurmarkt. Naar de redenen hierachter is het niet lang zoeken: wie de private huurmarkt betreedt, kan tot 20% hogere huurgelden innen. Maar de BTW-regeling lijkt hier toch een mentaliteitswijziging in te veroorzaken.
Voordeeltarief blijft behouden voor verhuurders via de sociale verhuurmarkt
De condities die gesteld worden aan kopers om te kunnen genieten van de gunstregeling, komt voor investeerders - privé-personen of vennootschappen - die besluiten te kiezen voor een sociaal verhuurkantoor, immers te vervallen. De enige voorwaarde is dat je een verbintenis aangaat om gedurende 15 jaar te verhuren via een sociaal verhuurkantoor. En hoewel de huurgelden op de privémarkt hoger liggen, zijn er heel wat voordelen om een engagement aan te gaan met een sociaal verhuurkantoor:
Direct vs. indirect rendement
Dat de huurinkomsten op de sociale verhuurmarkt 20% lager liggen dan op de private markt, impliceert niét dat ook het rendement van je investering een vijfde lager ligt. Want in die 20% worden het onderhoud en de kosten gedurende 15 jaar buiten beschouwing gelaten, laat staan periodes van leegstand. En uiteraard moeten ook het verlaagd BTW-tarief en de reductie in onroerende voorheffing in rekening worden gebracht, om de balans op te maken. Ons advies: de verhuur van een aangekocht pand via een sociaal verhuurkantoor, is zonder twijfel de overweging waard.
Ontdek onze projecten